Inleiding
Dit blog beschrijft mijn persoonlijke route door het aanvankelijk voor mij ongrijpbare en chaotische landschap van AI Engineering, een terrein dat aanvoelde als het Wilde Westen. Gaandeweg heb ik, door vallen en opstaan, een visie ontwikkeld die structuur biedt, richting geeft en houvast creëert. Van experimenteren met losse tools tot het strategisch inzetten van AI binnen onderwijscontexten.
Co-intelligentie, slimmer werken met AI
In het boek “Co-intelligentie, slimmer werken met AI” verwijst Ethan Mollick naar een publicatie van onderwijspsycholoog Benjamin Bloom, getiteld “The 2 Sigma Problem”. Bloom stelt hierin dat leerlingen die één-op-één onderwijs kregen gemiddeld twee standaarddeviaties beter presteerden dan leerlingen in een conventionele klassikale omgeving. Dit betekent dat de gemiddelde leerling met individueel onderwijs hoger scoorde dan 98% van de leerlingen in de controlegroep.
Het betreffende hoofdstuk in Mollicks boek draagt de titel “AI als privédocent”, en de verdere inhoud laat zich dan ook gemakkelijk raden.
In het hoofdstuk “Flipped Classroom en AI-privédocenten” benadrukt Mollick, zoals de titel suggereert, de toegevoegde waarde van een AI-privédocent binnen een flipped classroom-setting. In een flipped classroom wordt de traditionele lesvolgorde omgedraaid; leerlingen leren nieuwe begrippen thuis, vaak met behulp van video’s of andere digitale media, en passen het geleerde vervolgens toe in het klaslokaal via gezamenlijke activiteiten, discussies en probleemoplossende oefeningen. Hierdoor wordt de lestijd optimaal benut voor actief leren en kritisch denken, terwijl het thuisleren vooral gericht is op kennisoverdracht.
Een AI-privédocent kan tijdens het thuisleren gepersonaliseerd onderwijs aanbieden, waarbij het lesmateriaal wordt afgestemd op de specifieke behoeften van de leerling en de inhoud continu wordt aangepast op basis van diens prestaties. Dit betekent dat leerlingen zicht thuis effectiever met de inhoud kunnen bezighouden, waardoor ze beter voorbereid in de les verschijnen en klaarstaan om zich op praktische opdrachten en discussies te storten. Leeraren kunnen hierdoor meer tijd nemen voor zinvolle interactie met de leerlingen.
Mollick legt hierbij de link naar Blooms publicatie, waarin het potentieel van één-op-één onderwijs wordt benadrukt.
De filosofie van actief leren, waarbij het leerproces bestaat uit activiteiten zoals probleemoplossing, groepswerk en praktische oefeningen, sluit nauw aan bij de principes van praktijkgericht onderwijs. Mollick stelt dat verschillende onderzoeken aantonen dat actief leren een van de meest effectieve onderwijsmethoden is.

Tip! Onderwijscafe over AI

Deelname broedplaatsen OMO
Vanaf schooljaar 2025/2026 zal ik deelnemen aan de broedplaats vanuit OMO. Een broedplaats en een groep van diverse onderwijsprofessionals die zich richt op een gezamenlijk thema waarbij iedere deelnemer een vraagstuk vanuit eigen context inbrengt. Het doel van de broedplaatsen om samen een oplossing te vinden voor complexe vraagstukken die een school niet alleen kan oplossen. Binnen de broedplaatsen wordt gewerkt met een innovatiemethodiek en staat externe inspiratie centraal. Door te onderzoeken, experimenteren en implementeren gaan de deelnemers aan de slag met radicale, diverse en overstijgende onderwijsvernieuwing en verbetering.

Doelstelling
Centrale vraag
Hoe bouwt de school duurzame AI-capaciteit op – inhoudelijk, organisatorisch en ethisch – zodat AI verantwoord en toekomstgericht wordt geïntegreerd in onderwijs en organisatie?
Deze vraag gaat verder dan techniek of didactiek. Ze raakt aan strategische keuzes, cultuurverandering en het versterken van professionele autonomie. De school wil niet langer afhankelijk zijn van externe AI-oplossingen, maar zelf richting geven aan hoe AI wordt ingezet binnen de eigen onderwijspraktijk.
Doelstellingen
Begrip & Inzicht
Zicht krijgen op de werkelijke implicaties, kansen en beperkingen van AI in het onderwijs. Beleidskeuzes moeten gebaseerd zijn op realistische inzichten, niet op hype of commerciële druk.
Strategische Positionering Ontwikkelen van een toetsbare en overdraagbare aanpak (proof of concept) voor autonome AI-inzet. Dit omvat vaardigheden, infrastructuur, ondersteuning en samenwerking.
Professionele & Pedagogische Autonomie
De regie over technologie en didactiek terugbrengen naar de school. AI moet geïntegreerd worden op een manier die past bij de onderwijsvisie, niet gedicteerd door externe aanbieders.
Waarom is dit belangrijk?
Van consument naar medeontwikkelaar Onderwijsinstellingen moeten actief vormgeven aan AI-gebruik, niet passief volgen.
Vaardighedengat & cultuurkloof Docenten en leerlingen missen kennis en vertrouwen om AI effectief te gebruiken. Er is handelingsverlegenheid door gebrek aan kaders en ondersteuning.
Urgentie door maatschappelijke impact AI beïnvloedt hoe we leren, werken en samenleven. Het onderwijs moet voorbereid zijn op deze structurele verandering.
Ruimte voor innovatie en eigenaarschap Door AI strategisch en systematisch te benaderen, ontstaat een leercultuur waarin technologie de menselijke maat versterkt in plaats van vervangt.
Formulering van het vraagstuk en de doelstelling
Wat is de vraag?
De centrale vraag die dit beleidsvoorstel adresseert, luidt:
Hoe kan de school vanuit onderwijskundige autonomie en technologische wendbaarheid zelf AI-toepassingen ontwikkelen, implementeren en inzetten, zodat leerlingen, docenten en de organisatie optimaal voorbereid zijn op een toekomst waarin AI een structureel onderdeel is van leren en werken?
Deze vraag komt voort uit een groeiend besef dat het onderwijs niet langer uitsluitend consument van AI-oplossingen kan zijn, maar medevormgever moet worden. De huidige situatie – waarin AI beperkt wordt ingezet voor losse toepassingen zoals tekstgeneratie – staat in schril contrast met de complexiteit en urgentie van de maatschappelijke en pedagogische impact van AI. Er is sprake van een vaardighedengat, een cultuurkloof en een gebrek aan kaders, wat resulteert in handelingsverlegenheid bij alle betrokkenen.
Daarom is de centrale onderzoeksvraag niet alleen technisch of didactisch van aard, maar strategisch en systemisch:
Hoe bouwen we als schoolorganisatie duurzame AI-capaciteit op – inhoudelijk, organisatorisch en ethisch – om richting te geven aan verantwoord en toekomstgericht AI-gebruik in het onderwijs?
Wat willen we bereiken?
Het doel van dit onderzoeksvraagstuk is drieledig:
- Begrip en inzicht
Het zichtbaar maken van de implicaties, kansen en beperkingen van AI in het onderwijs, zodat beleidskeuzes niet gebaseerd zijn op aannames, hype of commerciële druk, maar op inzicht in de realiteit van onze school en context. - Strategische positionering
Het ontwikkelen van een toetsbare en overdraagbare aanpak (proof of concept) die duidelijk maakt wat de randvoorwaarden zijn voor autonome inzet van AI, inclusief de benodigde vaardigheden, infrastructuur, ondersteuning en samenwerkingsrelaties. - Professionele en pedagogische autonomie
Het terugbrengen van regie bij de school zelf door te voorkomen dat externe aanbieders, zoals bij digitale leermiddelen, de didactiek en technologie volledig gaan dicteren. In plaats daarvan willen we zelf AI integreren op een manier die past bij onze onderwijsvisie en -praktijk.
Door het vraagstuk systematisch te benaderen, ontstaat ruimte voor gedeeld eigenaarschap, professionalisering en innovatie. Tegelijkertijd wordt de basis gelegd voor een leercultuur waarin AI niet als bedreiging, maar als versterking van de menselijke maat wordt benaderd.
Kort samengevat
De vraag is: Hoe bouwen we als school aan duurzame AI-capaciteit?
Het doel is: Autonomie, inzicht en strategisch handelingsvermogen verwerven in een snel digitaliserende leeromgeving.
Deze formulering maakt duidelijk waarom dit vraagstuk urgent is, wie ermee te maken hebben, en welke structurele antwoorden nodig zijn om de belofte van AI ten dienste te stellen van betekenisvol, eigentijds en rechtvaardig onderwijs.
Werkgroep “Artificial Intelligence”
Op basis van de expertise en ervaring van Gertjan Goossen worden de eerste stappen gezet om AI te integreren in het onderwijs van 2College. Hiervoor is een werkgroep opgericht waarin wordt geëxperimenteerd met GPT’s (agents) en combinaties van GPT’s die functioneren als AI-Onderwijzers. Gertjan heeft hier al successen mee geboekt, ondanks dat deze technologie nog in de kinderschoenen staat.
Daarnaast bevindt de reguleringsfase zich nog in een soort “wilde westen,” waardoor transparantie en communicatie richting stakeholders van cruciaal belang zijn. Hierbij valt te denken aan ouders en de schoolleiding. De eerste resultaten zijn veelbelovend en in ieder geval uiterst interessant te noemen.

Gertjan Goossen
Open Learning Resources, EdTech & Erasmus plus 2College