Je hebt enige kennis van de globale inrichting van het Nederlands bedrijfsleven, belangrijke bedrijfskundige begrippen (Lean, TOC, QRM, Six Sigma, TPM, Agile), van moderne verdienmodellen (personalisatie, lean start-up, exponentiële organisatie, servitization, sociaal ondernemen, circulaire economie) en kunt de cultuur verschillen tussen scholen en bedrijven benoemen en duiden.
De uiteenzetting van de bovenstaande leeruitkomst is de volgende:
1) Toon aan dat je enige kennis bezit van:
-Globale inrichting van het Nederlandse bedrijfsleven;
-Belangrijke bedrijfskundige begrippen;
-Moderne verdienmodellen.
2) Duid en benoem cultuurverschillen tussen scholen en bedrijven.
Globale inrichting van het Nederlandse bedrijfsleven
Mijn C.V. toont aan dat ik voldoende kennis bezit van het Nederlandse bedrijfsleven. Tijdens mijn werkzame leven in het bedrijfsleven heb ik rollen gehad in uitvoerende, management, staf en projectmatige functies. Door op diverse lagen geopereerd te hebben binnen de bedrijfshiërarchie heb ik ruimschoots kennis en ervaring opgedaan van de globale inrichting van het bedrijfsleven.
Belangrijke bedrijfskundige begrippen
In 2004 heb ik in deeltijd de opleiding Technische Bedrijfskunde afgerond aan de Fontys hogeschool in Eindhoven. Onderstaand staat een selectie uit het vakkenpakket om een beeld te schetsen van het bedrijfskundige karakter van de opleiding. Hieruit blijkt dat ik een goede kennis heb van bedrijfskundige begrippen.
-Organisatieanalyse: bedrijfstypologieën
-Industriele productie
-Logistiek Management
-Organisatie psych/sociologie
-Organisatieanalyse:industr. diagnose
-Organisatie sociologie
-Keuzevak Industrieel Management
-Logistiek KV Industrieel Man.
-Industrieel Managem. Deel 1
-Ondernemingsleer/organisatie 1
-Organisatie psychologie/sociologie 2
-Case lopend bedrijf
-Industr.engineering
-Ind.engin.kwaliteit
-Ond.leer/organ.II
-Systeemk.+proj.man.
-Systeemkunde
-Projectmanagement, faseren, GOKIT factoren, procesaanpak
-Ondern.leer/org. 3
-Produktiesystemen
-Industriecase
-Change engineering
-Ondern.leer/org. 4
Moderne verdienmodellen
In 2017 heb ik het bedrijf DMO Sports Cars opgericht. DMO vervaardigt en ontwikkelt kits waarmee de klant een lichtgewicht sportauto kan bouwen. Inmiddels heb ik zes jaar ervaring met het hebben van een eigen onderneming en het opzetten van verdienmodellen.
Voorbeelden hiervan zijn:
-Pakketsamenstelling in de prijslijst voor individuel route tijdens het bouwproces;
-Onderdelen compatibel maken met gebruikte auto-onderdelen;
-Naleveren en continu verbeteren service onderdelen;
-Co-ontwerpen gespecialiseerde onderdelen (uitlaat, brandstoftank);
-Onderzoek naar het gebruik van hennep als vervanging voor aluminium en glasvezel;
-Ontwerp van een elektrische versie van het huidige model.
Aanvullend bewijs
Op verzoek van Mandy Stoops heb ik een presentatie gegeven over waardecreatie in het bedrijfsleven en ondernemen. Onderstaand tevens de feedback op de gegeven presentatie.
Als reactie op de feedback, de intentie van deze luk, is mijn interpretatie de volgende. De kracht van de opleiding Technische bedrijfskunde is zodat een bedrijfskundige kan communicaren met een techneut. Ik wil dit graag doortrekken naar deze luk. Door enige kennis te hebben van bedrijfskunde kan een docent makkelijker aansluiting vinden met het bedrijfsleven. Het gaat hierbij om het juiste jargon. Zelf heb ik dat de andere kant op ervaren waarbij ik mijn jargon uit het bedrijfsleven heb vertaald naar jargon uit het onderwijs.
Belangrijke cultuurverschillen tussen het onderwijs en bedrijfsleven
Een krachtig model om de cultuur binnen een bedrijf inzichtelijk te brengen binnen het verandermanagent is de ui van Sanders en Neuijen.
Zij onderkennen van binnen naar buiten de volgende lagen:
- waarden en grondbeginselen (bijvoorbeeld loyaliteit van medewerkers, zuinigheid, integriteit, rechtvaardigheid);
- rituelen (gewoonten en gedragspatronen, geschreven en ongeschreven regels);
- helden (belangrijke personen voor de organisatie);
- symbolen (gebouwen, kleding, logo, presentatie van producten).
Wat waarden en normen wordt genoemd, is in de visie van Sanders en Neuijen de moeilijkst te veranderen laag van cultuur (de laag die het binnenste van de ui het meest nadert).
Na 25 jaar werkzaam te zijn geweest in het bedrijfsleven en nu 3 jaar binnen een school zijn mijn bevindingen zoals onderstaand weergegeven.
Waarden
Op dit vlak veschillen binnen het bedrijfsleven en scholen gering. Beiden hebben baat bij gemotiveerde en loyale medewerkers en ontpooien daarom activiteiten om dit te bewerkstelligen. Waarden zoals rechtvaardigheid en integriteit zijn herkenbaar een een “common ground” binnen veel takken van sport.
Rituelen
Vanaf deze laag vallen een aantal zaken op. Denk hierbij aan een parkeerplaats voor de directeur, bijna standaard in het bedrijfsleven, maar zelden voor een directeur van een school. In het verlengde daarvan kent een school vaker een informele cultuur en het bedrijfsleven een formele cultuur. Een aanspreekcultuur, wat binnen het bedrijfsleven normaal is veel minder aanwezig binnen een school. Doorgroeien is vanwege een de vaak platte organisatievorm van een school beperkt, er is daarom veel tijd voor het ontwikkelen van “vakmanschap”. Doorgroeien binnen het bedrijfsleven gaat sneller en makkelijker, vaak ongeacht of er ervaring is voor de specifieke job. Eerder verworven successen en de daarbij behorende status binnen de organisatie legitimeert doorgroei naar een volledig nieuwe rol, ongeacht benodigde ervaring. Het bedrijfsresultaat wordt binnen het bedrijfsleven maandelijks geëvalueerd. Hierop wordt bijgestuurd waardoor veranderingen elkaar snel opvolgen. Binnen het onderwijs is de jaarlijkse aanwas van leerlingen het grote afrekenmoment. Deze jaarlijkse cyclus maakt een bodem voor veranderingen lastig. Immers, het herleiden van activiteiten, binnen een schooljaar, die zorgen voor toename of afname van het aantal aanmeldingen naar een medewerker is verre van transparant. Docenten voelen daarom geen “sense of urgency” voor eventueel noodzakelijke veranderingen binnen een organisatie.
Helden
In het bedrijfsleven geldt de volgende regel “je bent zo goed al je laatste prestatie”. Binnen het onderwijs start je ieder jaar, als docent, opnieuw en heb je weer een verse kans om lessen uit het voorgaande jaar te implementeren in het nieuwe jaar. Mits geen ernstige zaken wordt veel “vergeven en vergeten”. Hierdoor blijft er minder kleven en worden succesmomenten ook minder gedempt. Een uitzonderlijke prestatie levert dan sneller de status van “held” op. De keerzijde is dat binnen het onderwijs de held wordt gevonden door nieuwe taken en projecten.
Symbolen
In het bedrijfsleven zijn organisaties onderscheidend via uniformiteit in bijvoorbeeld kleding, huisstijl, taalgebruik of vakjargon. Docenten runnen een eigen bedrijf binnen de school. Deze mix van stijlen kleurt het landschap. Dit landschap verandert daarnaast bij verloop van docenten.